De waterwolf en het meisje
(copyright) Marloes Morshuis
Er woont een wolf in de Waal. Misschien heb je hem wel eens gezien – als het hard waait en de golven in de rivier witte manen krijgen…Niemand wist hoelang de wolf al in de bocht van de Waal woonde. Er gingen verhalen dat de Romeinen hem ooit hadden meegenomen en hij daarna eeuwen verloren ronddwaalde. Toen er een kind verdween vingen de bewoners van de stad de wolf, gooiden hem in de rivier en vervloekten hem. Hij veranderde in een waterwolf en moest voor eeuwig in de Waal blijven. Daarom was de wolf soms zo boos op de stad.
Onzin, zeiden anderen. Er woonden altijd al waterwolven in Nederland, in alle rivieren, de meren en de zee. Daarom zijn er overal hoge dijken en kades: daar kunnen de waterwolven niet overheen klimmen om ons land op te eten.De mensen van Nijmegen hadden geleerd te leven met de waterwolf. Meestal sliep hij rustig in zijn bocht van de Waal. Dan stroomde het water vredig langs de stad naar de zee. Maar als het stormde en de golven gulzig naar de stad hapten, werden de mensen bang. Dan plaatsten ze snel schotten op de kade. ‘De stad is van ons,’ riepen ze naar de rivier. ‘Blijf er met je poten vanaf!’ Vaak sloeg de wolf dan nog een tijdje zijn klauwen uit – maar uiteindelijk gaf hij het altijd op, stopte met grauwen en ging weer slapen.Zo ging het eeuwenlang door. Tot er opnieuw een kind verdween.
Het gebeurde op een avond dat de takken tegen de ruiten zwiepten, de regen op de keien kletterde en een onheilspellend gegrom vanaf de rivier door de straten van de benedenstad omhoogkroop.
De straten waren verlaten – op één meisje na dat richting de Waal rende. De mensen bonsden op de ruiten. ‘Ga naar huis! De wolf is wakker! Hij zal je verslinden!’ riepen ze. Maar het meisje hoorde het niet. Zij hoorde alleen een zacht gejank, zo oud en eenzaam dat haar hart ervan bloedde. Ze moest naar de rivier.Niemand geloofde de cafébaas die later vertelde dat het meisje midden in de storm op de rand van de kade stond en tegen het water praatte. Dat er vanaf de Waalbrug een metershoge golf aanrolde die haar optilde alsof ze een veertje was. Meteen daarna was de wind gaan liggen en werd het water vlak, zei de cafébaas. Die heeft er zeker eentje te veel op, dachten de mensen. Maar hoe kon dat meisje nou zo dom zijn? Alle kinderen leerden dat je weg moest blijven bij de rivier als de wolf wakker was.
Er werden boten en duikers ingezet om het meisje te zoeken. Honderden mensen zochten de oevers stroomafwaarts af. Iedereen had het al opgegeven, toen het meisje na twee nachten en dagen ineens opdook. Ze lag op het strand te slapen, zei de boer die haar had gevonden. Het meisje vertelde dat ze tikkertje had gedaan met de waterwolf. Verstoppertje had gespeeld tussen de waterplanten. Ze mocht op zijn rug zitten en had zich aan zijn manen vastgeklampt terwijl hij razendsnel door het water schoot. ‘De wolf wil ons geen kwaad doen,’ zei ze. ‘Soms is hij boos omdat hij zo eenzaam is. Hoe zou jij het vinden als iedereen bang voor je is en je probeert op te sluiten?’ Maar de mensen geloofden haar niet. ‘Hoe kon je dan ademhalen?’ vroegen ze. ‘Je bent toch geen vis? Waar zijn je kieuwen? Hebben jullie soms gezellig een potje gekaart onder de brug terwijl de hele stad je aan het zoeken was?’ ‘Jullie snappen het niet!’ riep het meisje. ‘De wolf heeft me losgelaten zodat ik tegen jullie kan zeggen dat hij alleen maar wil spelen.’ Maar de mensen luisterden niet meer, ze hadden al besloten wat er was gebeurd. Het meisje had geluk gehad dat de rivier haar had uitgespuugd, maar helaas was ze zo lang onder water geweest dat ze haar verstand had verloren. ‘Hoe kan het dan dat ze stroomopwaarts is gevonden?’ vroeg de oude man die altijd op een bankje op de kade zat. Maar naar hem luisterde nooit iemand.
De volgende nacht stak er een uitzonderlijke storm op in de stad. De rivier grauwde en gromde en sloeg zijn klauwen uit zoals hij nog nooit had gedaan. En dit keer waren de straten van de benedenstad niet verlaten. ‘Stop! Blijf binnen! De wolf is woedend!’ riepen de wanhopige vaders en moeders. Maar hun kinderen luisterden niet. Ze liepen naar de rivier en werden een voor een verzwolgen door het water. Al snel stond de kade vol schreeuwende mensen. ‘Geef onze kinderen terug, rotwolf! Of we leggen die hele rivier droog!’ Het water hapte naar hun voeten en ze deinsden achteruit. ‘Haal het meisje,’ zei de oude man op zijn bankje. ‘Zij is de enige die jullie kan helpen.’ Maar het meisje was kwaad. ‘Dit is jullie eigen schuld,’ zei ze. ‘Jullie geloofden mij niet toen ik zei dat de wolf eenzaam is en wil spelen. Nu is hij kwaad en heeft hij zelf gezorgd voor genoeg speelkameraadjes.’
‘Wij willen onze kinderen terug!’ huilden de mensen. Het meisje zweeg. ‘Alsjeblieft! We beloven dat de wolf welkom is in onze stad. En dat de kinderen altijd met hem kunnen spelen. We zweren het!’ Het meisje knikte en voor iemand haar kon tegenhouden, sprong ze in de Waal.
Die nacht ging er niemand naar huis. De kade zag zwart van de mensen die wachten tot hun kinderen terugkwamen. ‘Daar komen ze!’ riep iemand toen de zon opkwam boven de polder. Een sliert kinderen slingerde langs de rivier, het meisje voorop. Ze hadden waterplanten in hun haren en uit hun kleren droop rivierwater. En allemaal hadden ze een dikke grijns op hun gezicht. De mensen van de stad hielden woord. Ze groeven een extra geul naast de rivier zodat de wolf meer ruimte kreeg en er een veilige plek was om met hem te spelen. En om nooit meer te vergeten hoe belangrijk het is om te blijven spelen, zetten ze op de Waalkade een standbeeld neer voor de wolf en het meisje.
Er zijn mensen die zeggen dat als je op de rug van de wolf klimt en heel goed luistert, je zijn hartslag kunt horen. Maar misschien is dat alleen een sprookje.
2020 Waterwolf en Aquanaut
Gemeente Nijmegen
afmetingen Hoogte 3.50m x 4.00m