2022 Home is where the Horse is…

‘ Home is where the Horse is ‘

Een ontwerp voor 3 Pods en een Dockingstation op BLIK 1

Urban Creative Retreat

Waar we staan……

Afgelopen jaar kregen de Space Cowboys de vraag voor het ontwerp en de realisatie van drie werkateliers op het dak van de Honig fabriek. Door intensief met elkaar te communiceren en informatie te delen tijdens de verschillende fases in het ontwerpproces, blijven opdrachtgever en ontwerpers dicht bij elkaar en krijgt het basis idee steeds meer vorm en inhoud. Zo is tijdens ons laatste overleg de opzet en structuur van het satellietgebouw , de plattegronden op het dakvlak, het bepalende van de daktoegang en een opzet/ plattegrond van de centrale gezamenlijke ruimte besproken. De volgende vraag is: welke vorm en welk beeld hoort bij dit nog vrij formele concept. Ofwel, hoe vertalen we de plattegronden naar een ruimtelijke èn beeldende vorm. Voor we dat doen lijkt het ons goed om eerdere gesprekken terug te halen en onze inhoudelijke intentie voor de ontwerpopdracht hierbij te delen. Want vanuit die intentie komen wij tot onze ontwerpkeuzes, in de intentie hebben we de oorspronkelijke vraag vertaald.

Vertrekpunt voor de ontwerpkeuzes

Er zijn verschillende zaken die wij in het ontwerp en in het beeld willen zien en beleven. Allereerst willen wij met het ontwerp aandacht en attentiewaarde creëren! Een opmerkelijke markering van de plek en een zichtbaar baken in het gebied. Daarom onderscheidt ons voorstel zich in vormtaal ook van die omgeving. Daarnaast is het vooral het gebruik en de functie van de werk/verblijfsplekken die voor ons leidend is. Een plek waar kunstenaars, schrijvers, dichters, muzikanten en andere creatievelingen functioneel en projectmatig kunnen werken en verblijven. Tegelijk moet het in onze ogen een plek zijn die van zichzelf inspirerend is en verrijkend werkt. Een verblijf hier verandert je perspectief, verbreed de horizon en verruimt je blik. Een plek waar je weg kunt kijken naar buiten en voorbij de horizon kunt dromen, maar waar je ook naar binnen wilt kijken, reflecterend. Het is ook een plek waar in het ontmoeten en samenwerken grenzen worden verlegd, cross-overs ontstaan en het verblijf een creatieve ontdekkingsreis kan worden.

Die metafoor van het reizen heeft zich als een leidmotief vanaf het begin aan ons opgedrongen. Ook in het besef dat hier bij de Waal de hele wereld voorbij komt.

Een separate op-topping of satellietgebouw heeft het in zich om ervaren te worden als een eiland. Helemaal als het zich in vorm en kleur onderscheidt van de onderligger en van de omgeving. Dat effect is iets waar we echt naar toe willen werken. We willen een bijzondere bubbel creëren, die los staat van de alledaagse werkelijkheid. Hoe mooi zou het zijn als het werken en verblijven in zo’n bubbel niet alleen een urban retreat is (een plek om je terug te trekken), maar ook alles in zich heeft om een creatieve retraite (een plek voor spiritueel zelfonderzoek en geestelijke oefening) te worden. In de context van een retraite heb je het met deze setting eigenlijk over een modern artistiek klooster; een plek voor reflectie en persoonlijke ontwikkeling. Dan zou het zomaar kunnen dat in de loop van de tijd een verblijf hier op deze plek een doel op zich wordt.

Van Plat naar Pod

Wij hebben in de plattegronden een structuur en opzet gepresenteerd. Daarin is het (ruimte)reismotief al uitgesproken aanwezig; vanuit de onderbouw ( mothership) naar de centrale en gezamenlijke ruimte ( dockingstation) en daar op aangehaakt de werk/verblijf-units ( satelliet/pod). In de ruimtelijke uitwerking richten we ons nu allereerst op de vorm van de satellieten. In de plattegrond hebben de satellieten de vorm van een mooi boontje of peul (pod). Die organische vormtaal is niet alleen onderscheidend van de onderliggende fabrieksarchitectuur, het is ook een sterke tegenhanger van de intense stedelijke ontwikkeling in dit gebied. Om meer richting en perspectief in de ruimte te krijgen, hebben we in de plattegrond de ‘kromming’ van het boontje wat rechtgetrokken en meer richting een omgekeerde kegelvorm gebracht. Die vorm is ook het vloeroppervlak van de Pod: smaller bij de entree en breder bij het eind. In die contour hebben we de wanden omhoog getrokken.

Het perspectief en richting in de ruimte hebben we versterkt door ook de wanden naar buiten te laten wijken en het dak naar voren hoger te laten oplopen. Een welvend dak op wijkende wanden. Vooraan op het breedste stuk heeft het dak de meeste bolling en bij de entree aan het begin een soort van afgeplatte zadelvorm. Waar alle overgangen overwegend zacht en rond verlopen, zit als tegenhanger in die zadelvorm een meer scherpere contour. De voorkant van de Pod oogt door de bolling in het dak een beetje als een kop. In die wand aan de voorkant zitten 4 of 5 ronde ramen, uitgevoerd in twee verschillende in groottes. De ramen zijn uit de middenlijn van de Pod geplaatst , variërend in hoogte ten opzichte van elkaar en als groep meer naar één zijde geschoven.

Weggaan en blijven, (ruimte)reizen en cocoonen, die  tegenstelling verenigen is de rode draad waarmee we ontworpen hebben.

‘ Futurisme ‘

Afgezien van de raamgroepering is de Pod sober en minimalistisch in vorm. Nergens is sprake van overbodige franje. Het geheel van de drie min of meer identieke Pod’s rond het Dockingstation is als beeld rijk genoeg en juist door z’n eenvoud en ingetogen vorm herkenbaar en goed te overzien. De raampartijen zijn hierbij het meest uitgesproken. (NB: voor nu laten we in onderzoek of er in de randen bij de ramen een over- of uitstek komt). In de kopvormige voorkant van de Pod’s krijgt de verzameling ronde ramen al gauw een suggestie van ogen en ligt er door die component een dierlijke associatie in de vorm besloten. Maar het meest voor de hand liggende is toch wel de futuristische associatie. Door onder meer de Science Fiction-cultuur is dit een beeld dat in ons collectieve geheugen besloten ligt. Een mooi voorbeeld in een vergelijkbare toepassing is de Futuro van Matti Suuronen uit 1968.

Onze Pods zijn zeker geen flying saucers, maar ogen meer als aangekoppelde mobile-homes. Noem het retro-futurisme, in uitstraling is het op eenzelfde manier optimistisch, gericht op vooruitgang, ontwikkeling en met hoop voor de toekomst. Hier zit ook de verwijzing naar mobiliteit en het nomadische.

Wij gebruiken het hier als verwijzing naar de dynamiek van aanhaken, inspiratie opdoen, je voeden, verrijken en met een vernieuwd perspectief weer verder gaan! Dat is een vooruitzicht dat je hier graag ziet.

The Great Indoors…

De binnenvorm van de Pod volgt voor een belangrijk deel de buitenvorm. Toch is er binnen een heel andere ervaring en beleving. Allereerst is de weg naar de Pod al bijzonder, via het trappenhuis, het dak en het dockingstation. Dan is er de toegang tot de Pod, die is vormgegeven als een smalle sluis. En in die sluis heeft de toegangsdeur de vorm van een hermetisch sluitende scheepsdeur. Dat maakt de Pod aangekoppeld, maar vooral ook eigenstandig en los van de rest. In de beleving wordt de toegang naar de Pod zo een poort naar een andere wereld, een wereld op zichzelf. Eenmaal binnen gaat je blik onmiddellijk naar de raamgroep aan de voorkant. Daar komt het licht vandaan en is er uitzicht. Ook de vorm, de richting en het perspectief van de ruimte zelf leidt daar naar toe.

Het is een ruimte die je door zijn zachte vorm omsluit, een beetje omhult, maar die je ook weg laat kijken. En er is niet één uitzicht, er zijn meerdere ramen, verschillend in grootte en op verschillende posities met elk een afzonderlijke blik op de omgeving. Elke Pod is een afzonderlijke private capsule, met elk een ander uitzicht en een eigen beslotenheid, een plek om je terug te trekken. Wij verwachten dat er een zelfde soort beslotenheid en intimiteit ontstaat, zoals je die ziet op een onderzeeboot of in een ruimtestation.

Vooral ook omdat de gezamenlijkheid en het onderling contact is gewaarborgd in de centrale ruimte van het Dockingstation.

‘ Home is where the Horse is ‘

De structuur op het dak bestaat uit drie vrijwel identieke Pod’s en middels de kleine sluis hebben ze zich ieder voor zich gehecht aan het Dockingstation. Dat de Pod’s identiek zijn, soortgenoten als het ware, versterkt het gevoel dat dit een groep is. Een groep die zich specifiek hier verzameld heeft. En hoewel het er futuristisch uitziet, krijgt de constellatie op het dak daardoor ook iets van een kampement, een bivak of een kleine nederzetting.

Dat gevoel maakt de Pionier in ons wakker en bevestigd de behoefte om een aanvulling op dit voorstel te doen en op sculpturale wijze te moeten complementeren. Bij een echt bivak hoort natuurlijk een paard te staan, een grazend paard. En dat is ook precies wat we aan de dakconstellatie willen toevoegen; een sculptuur van een grazend paard. Dat lijkt vreemd en ontregelend, maar het biedt ook een verrassend tegenwicht.

Tegenover de futuristische uitstraling van de Pod’s en het Dockingstation vertegenwoordigd dit beeld van het paard een natuurlijk element en verwijst het naar alles wat ‘ Slow Travel ‘ maar kan betekenen. Zeker een uitgespannen paard is op een nostalgische manier rustgevend. Het betekent thuiskomen ‘ Home is where the Horse is’ De Pod’s en het Dockingstation zijn in zekere zin in zichzelf gekeerd en dan is dit grazende paard dat daar buiten en naast staat een uitnodigend gebaar. Wij zijn geen architecten, maar beeldhouwers. Het beeldende aspect in dit project is voor ons belangrijk. Met de aanvulling van dit paard op het geheel voegen we een zuiver sculpturaal element toe en wordt het dak van Blik1 een eigenzinnig beeldverhaal.