2013 Flip de Fluiter

Studio werk voor Flip de Fluiter, Bronbeek

Bronbekers in beeld

Bronbekers in beeld is een kunstproject dat plaats vindt in het kader van het 150-jarig bestaan van Bronbeek. Bronbeek is een tehuis voor oud-militairen en een museum dat met name de geschiedenis laat zien van Nederlands- Indië en het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. De levensgeschiedenis van 7 bewoners van Bronbeek, die in verschillende periodes in Bronbeek hebben gewoond, zijn het uitgangspunt om te komen tot 7 hedendaagse kunstwerken in en op het terrein van Bronbeek.  Kunstenaars zijn gevraagd om die levensgeschiedenissen te interpreteren en te verbeelden.  Op deze beeldende manier zou de geschiedenis van Bronbeek en alles wat daar aan verbonden is zichtbaar en wellicht weer levend kunnen worden.

Levensgeschiedenis

De voormalige bewoner van Bronbeek die ons is toegewezen is FRANS STEVENS. Hij is de persoon die ons ter inspiratie dient om tot een beeldvoorstel te komen.  De locatie die Frans Stevens of liever gezegd onze verbeelding van zijn levensgeschiedenis, is toebedeeld,  is op het centrale gazon dicht bij de poort en in het zicht van de straat. Er is in ons werk in het algemeen altijd wel een zeker verhalend element aanwezig, maar hoe vertel je een verhaal van een geleefd leven, als er van dat leven en van degene die het geleefd heeft zo weinig bekend is. Wij hebben alle informatie bestudeerd die bij Bronbeek bekend is over Frans Stevens en wij hebben uitgebreid gesproken met ……. Hij heeft intensief onderzoek gedaan naar Frans Stevens, maar Frans geeft ons echter weinig houvast.

Frans is 28 jaar als hij in 1917 in dienst treedt bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Hij dient 15 jaar in Indonesië. Als hij in 1932 terugkeert en met ontslag gaat, heeft hij een klein pensioen opgebouwd. Hij is dan nog maar 43 jaar.  In 1947 komt Frans naar Bronbeek, hij is ongehuwd, zonder ouders en geen kinderen. Dat veranderd de rest van zijn leven niet. In de 12 jaar dat Frans op Bronbeek verblijft is hij vooral buiten de poort te vinden. Hij doet boodschappen voor het tehuis, is fervent Vitesse fan, maar is vooral ook in de cafés van Arnhem te vinden. Frans wordt in de loop van de jaren een bekende straatfiguur. Doordat Frans blijkbaar veel floot, naar de vrouwen, naar de obers in het café en wellicht ook gewoon deuntjes aan elkaar, verwerft hij zich daarmee de bijnaam van Flip de Fluiter.  

De periode in Bronbeek wordt ook gekenmerkt door veel incidenten. Zijn strafregister op Bronbeek is aanzienlijk en een groot deel daarvan is drank gerelateerd. Ook de vele ziekenhuisopnames van Frans komen vooral door ongelukken die te maken hebben met overmatig drankgebruik.   Frans krijgt talloze waarschuwingen voor zijn escapades en overmatig drankgebruik. In 1959 is het hardnekkige drankprobleem van Frans de rede dat hij van Bronbeek verwijderd wordt. Frans probeert een aantal keren terug te komen op Bronbeek,  maar 9 jaar later en na een aantal omzwervingen overlijdt Frans eenzaam in Wageningen.

Beeldvorming

Een leven in een notendop. Is dit het verhaal dat wij moeten vertellen? Nee, want het bijzondere van Frans Stevens is dat hij toch, in tegenstelling tot veel andere Bronbekers, in de herinnering van Arnhemmers is blijven hangen. Doordat Frans een opmerkelijke straatfiguur in Arnhem is geweest, heeft hij zich eigenlijk als  Flip de Fluiter een plekje in het collectieve geheugen van Arnhem veroverd. Als een deuntje dat is blijven hangen. Dit is het verhaal dat wij vertellen, maar het is enigszins een treurig verhaal. Het treurige is onder andere dat, zoals wij het zien, niemand eigenlijk Frans Stevens kende. Maar velen kenden daarentegen de figuur Flip de Fluiter.

Flip floot zichzelf de wereld in en  Frans bleef daarbij buiten beeld. De bijnaam van Frans  ‘Flip de Fluiter’ zet iedereen eigenlijk op het verkeerde been. Iedereen is gauw geneigd daar een vrolijke Frans van te maken, een vrolijke fluiter die gemakkelijk door het leven gaat.   Wat wij zien is het tegenovergestelde. Onze interpretatie is dat hier vooral een leven in onbalans is. Een man die de structuur van het leger en van Bronbeek nodig had, maar zich er ook telkens van verwijderde. Een man die met moeite overeind bleef en eigenlijk altijd enigszins uit het lood stond. Maar vooral een man die zijn alter-ego  (het beeld dat hij van zichzelf liet zien), Flip de Fluiter leven inblies!. Dit zijn de elementen waarmee wij tot ons beeldvoorstel zijn gekomen.

Beeldbeschrijving

Ons voorstel is het beeld te lokaliseren op het centrale gazon van Bronbeek in de nabijheid van het poortwachterhuis. Het beeld als zodanig richt zich nadrukkelijk op de poort en de straat aan de voorzijde Op een grondvlak, dat er uitziet als een grotendeels leeg gelopen luchtzak met enkel nog een restje lucht erin, staat aan de ene kant een gestileerde tuba op de kop. Aan de andere kant verrijst uit de luchtzak een ogenschijnlijk parmantige figuur. De figuur in het beeld is  enigszins gemodelleerd naar een paraderende militair of iemand uit een fanfare. Tegelijk is er een kleine verwantschap met de Striding Man van het Johnny Walker label.  Het lichaam van de figuur is weinig gedetailleerd en zelfs gezichtsloos. Uit zijn hoofd verschijnt wel een extreem lange toeter, als iemand die een lange neus trekt en lak heeft aan alle conventies. Die snuittoeter hangt wel treurig naar beneden en wordt door de figuur met moeite overeind gehouden. Het lukt hem vrijwel niet zijn deuntje vol te houden. Het lichaam is in één geheel met de luchtzak gevormd. De broek en jas die deze figuur aan heeft en visueel los van het lichaam zijn gemodelleerd, zijn geïnspireerd op het uniform waarmee de Bronbekers in het straatbeeld van A rnhem zo zichtbaar waren.  Deze figuur zakt echter duidelijk uit het lood. Hoe hij zijn best ook doet; er zit te weinig lucht in de luchtzak om hem overeind te houden en het is onvermijdelijk dat hij scheef zakt, als een onafwendbaar noodlot.  Aan de achterzijde van de figuur, aan de andere kant van de luchtzak, staat een op z’n toeter geplaatste tuba. De luchtzak van het grondvlak komt voort vanuit de tuba. Maar zo zet je een tuba alleen neer als je klaar bent met blazen of niet meer kunt. Een werkeloze tuba die in principe de luchtzak en daarmee het hele beeld vol lucht en leven zou kunnen blazen. Dat is geweest; de lucht is eruit en de muziek is voorbij. De figuur die nu nog overeind staat is een residu, een laatste restje lucht dat met de tuba eens geblazen is.  Een deuntje dat nog na echoot, zoals de herinnering aan Flip de Fluiter, alias Frans Stevens, in het collectieve geheugen van de Arnhemmers een plekje heeft. Het is Flip die dit plekje heeft, diegene die ooit de tuba geblazen heeft is altijd buiten beeld gebleven.

Locatie / materialisering

De manier waarop wij dit beeld willen realiseren is door het eerst uit één stuk op te modelleren uit PU-schuim en het vervolgens met Hot-Spray te bewerken. Dit is het in lagen opbrengen van een harde en sterke huid van poly-urethaan.  Deze polyurethaan-huid is in principe voldoende, maar wij houden de mogelijkheid open om nog voor een verdere afwerking te kiezen. Het beeld is daarmee uit één geheel, naadloos. Daarmee zijn alle elementen, hoe je ze ook kunt duiden, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het beeld zal dan ook in een monochrome kleur worden uitgevoerd. In de uitvoering wordt de wijze van verankeren voor op de locatie meegenomen.  Zowel in materiaal als in uitstraling en betekenis zal dit beeld zich sterk onderscheiden van alle andere elementen in het park. Dat is ook de bedoeling, want hoe je het ook wendt of keert,  Frans Stevens en zeker zijn alter ego Flip de Fluiter, namen in het straatbeeld van Arnhem en daarmee ook in het beeld van Bronbeek een bijzondere positie in.